Na een brand die diverse boerderijen vernietigde in dit buurtschap in Tongelre Eindhoven, zijn er rond 1900 nieuwe boerderijen verschenen die pasten bij de toenmalige bedrijfsvoering. Een van de weinig nog originele panden uit die tijd, een gemeentemonument, is omgebouwd en gerestaureerd tot een groot woonwerkhuis.

De boerderij was zeer onderkomen: deels ingestort en het hout aangetast. Het plan hield in dat, waar mogelijk, de authentieke delen gerestaureerd zouden worden. Van buitenaf gezien is aan de achterzijde 1 grote nieuwe ingreep te zien. Een grote lichthapper doorbreekt ook de daklijn, zoals vaak bij boerderijen de poortingang hoger moest zijn dan de goot. De huidige constructieve eisen noodzaakten tot een extreme verzwaring van de spanten. Pas tijdens de bouw kan geconstateerd worden dat er van het spanthout niets hergebruikt kon worden.

De marktwaarde na verbouwing is lager dan de aankoopprijs en reguliere verbouwingskosten. Reden om veel zelfwerkzaamheid en eigen materiaalinkoop in te zetten. Dankzij dit overmoedige particuliere enthousiasme kon dit monument gered worden.