Een zoutloods en stallingen voor sneeuwploegen en strooiers zijn gecombineerd met het bestaande kantoor en de calamiteitenloods. De indeling van het terrein is gebaseerd op een erftypologie van een centraal open binnenterrein. Een belangrijk uitgangspunt voor de materialisering is gevormd door het extreem corrosieve milieu dat samenhangt met de zoutwerf.

Voor de plint is een modulair prefab betonelement ontwikkeld dat het terrein omkadert en afbakent. Het dak is voorgesteld als een lichtvoetige constructie die refereert aan kruiend ijs. Het dak overhuift de robuuste betonnen onderbouw en lijkt door het uitgesproken contrast in vorm en materiaal te zweven.